DNA testen

DNA onderzoek is een methode om erfelijke ziektes bij katten aan te kunnen tonen maar ook om de bloedgroep te bepalen en uiterlijke kenmerken die genetisch bepaald zijn vast te kunnen stellen. Dit kan uitgevoerd worden in specialistische laboratoria in binnen- en buitenland. Door middel van bloed of speekselsamples kan de gewenste informatie verkregen worden. Mijn poezen zijn onderzocht op de aanwezigheid van de langhaarfactor, de agouti factor, de verdunningsfactor en tevens is er getest op PKD-1 en is de bloedgroep vastgesteld.

DNA test PKD1
Er is een genmarker beschikbaar om bij katten de erfelijke aanleg voor PKD vast te stellen. Dat betekent dat er op voorhand, vóórdat de dieren worden ingezet voor de fokkerij, vastgesteld kan worden welke katten op latere leeftijd in de problemen kunnen komen tengevolge van PKD. Met de beschikbaarheid van de genmarker hebben we de mogelijkheid binnen handbereik om voorgoed van het probleem Polycystic Kidney Disease af te komen. Het onderzoek met behulp van de genmarker kan de volgende uitkomsten opleveren:

  • de kat is vrij (en beschikt over twee volwaardige allelen, pkd1/pkd1). De groep vrije dieren zal geen PKD krijgen en, wat nog belangrijker is, ze zal de afwijking ook niet aan volgende generatie doorgeven.
  • de kat is lijder (en beschikt dus over tenminste één defect allel, PKD1/….). De groep lijders krijgt later gedurende het leven PKD en zal de afwijking ook aan een deel van de nakomelingen doorgeven.

Het is van belang voor de fokkers om te weten wat de PKD1-status van de katten is omdat zij daarmee kunnen voorkomen dat het schadelijke allel ongemerkt naar de volgende generatie wordt gebracht. Daarmee blijft de katten die het zou treffen en hun eigenaren veel ellende en verdriet bespaard.

DNA Kleurentesten
De uitslag van deze testen ziet er als volgt uit:

Agouti (tabby of effen)
A/A kat en alle nakomelingen zijn agouti ( tabby)
A/a kat is tabby, nakomelingen zijn tabby of effen afhankelijk van kruisingspartner
a/a kat is non-agouti (effen). Indien gekruist wordt met een effen partner zijn alle nakomelingen effen.

Verdunning
D/D kat draagt geen factor voor verdunning
D/d kat draagt factor voor verdunning
d/d kat heeft een verdunde vachtkleur. Indien deze factor dubbel aanwezig is verandert zwart in blauw, chocolate in lilac, cinnamon in fawn, amber in blauw amber en rood in creme.

DNA test langhaar factor
Deze DNA test biedt fokkers de mogelijkheid om met 100% zekerheid vast te stellen of hun kortharige kat wellicht ook een vorm van langhaar draagt.

Een kat die geen van de vier mutaties bezit, is kortharig en zal geen langhaar kittens kunnen voortbrengen. Een kat die slechts een chromosoom bezit waarop zich een van de vier mutaties (M1, M2, M3, M4) bevindt, is zelf kortharig en kan dus worden omschreven als een “drager” of “variant”. Deze kat kan alleen langharig nageslacht voortbrengen als hij verpaard wordt met een partner die langharig is of zelf ook een drager of variant is.

DNA Bloedgroepentest
Bij katten zijn de volgende bloedgroepen bekend:

  • A/A Bloedgroep A, homozygoot, alle nakomelingen krijgen in ieder geval factor A door. Factor A is dominant ten opzichte van factor B.
  • A/B Bloedgroep A, heterozygoot, drager van bloedgroep B, 50% van de nakomelingen krijgt factor A en 50 % factor B.
  • B/B Bloedgroep B, homozygoot, alle nakomeling krijgen in ieder geval factor B door.

Het is bij DNA-testen belangrijk om te weten hoe de eigenschap of afwijking vererft:

Dominant verervend
Een kitten hoeft het gen voor een dominante eigenschap maar van één ouder mee te krijgen om de eigenschap al aantoonbaar te hebben. Bij een eigenschap die de gezondheid betreft (zoals een erfelijke ziekte), betekent dit dat het kitten aan deze ziekte lijdt. Betreft het een kleur dan ziet men deze kleur. Afhankelijk of deze eigenschap dubbel of enkelvoudig aanwezig is zal 100 %, respectievelijk 50%, van de nakomelingen deze afwijking ook hebben.

Recessief verervend
Recessief is het tegenovergestelde van dominant. Bij een recessieve eigenschap kan de kat het afwijkende gen bij zich dragen zonder dat aan de buitenkant te zien is: de kat is dan een “drager”. Pas als twee dragers met elkaar gekruist worden en beide ouders het gen voor de recessieve eigenschap aan het kitten doorgeven, wordt deze eigenschap zichtbaar. Bij een eigenschap die de gezondheid betreft (zoals een erfelijke ziekte), betekent dit dat het kitten aan deze ziekte lijdt. Betreft het een kleur dan betekent het dat men deze kleur ziet.
Indien een kat een recessief verervende eigenschap toont, betekent dit dat het betreffende gen dubbel aanwezig is en zullen alle nakomelingen (100%) in ieder geval drager van het gen zijn. Dragers geven deze eigenschap aan 50% van hun nageslacht door. Een recessieve aandoening kan zich dus gemakkelijk in een populatie verspreiden zonder dat men het merkt.

DNA testen in laboratorium